DE PETROLMARKT IS EEN MANNENBOLWERK. ALTHANS, DAT WORDT VAAK GEDACHT. MAAR WIE GOED OM ZICH HEEN KIJKT ZIET TOCH OOK DAT VEEL TANKSTATIONS WORDEN GERUND DOOR VROUWEN. MOVE ON MAGAZINE SPRAK ER DRIE. ALLE DRIE ZIJN HET BEZIGE BAASJES. EN ALLE DRIE ZIJN HET STERREN IN HET MAKEN VAN KEUZES, HARDE KEUZES.

“We doen veel op het gevoel: voelt het goed, dan doen we het. En voelt het niet goed, dan niet. Zo simpel is het.”

Stefanie Jongeneel

Mede-eigenaar, Jongeneel Tankstations

“Ik werk op gevoel”

Acht bemande locaties en één onbemand station. En dat aantal groeit door als het aan Stefanie Jongeneel van Jongeneel Tankstations ligt. Want er liggen nog kansen. Haar (vrouwelijke) intuïtie speelt een belangrijke rol in het zien en benutten van die kansen.

Stefanie is operationeel verantwoordelijk bij Jongeneel Tankstations. Om die reden bezoekt ze met regelmaat, liefst elke week, alle acht bemande stations. “Dat vind ik zelf niet alleen heel prettig, ook medewerkers en klanten waarderen het. Die willen ook graag worden gezien, vergis je niet. Dat is heel belangrijk.” Dat Stefanie sociaal vaardig is, helpt daarbij natuurlijk ook een handje, erkent zij zelf. “Ik houd van mensen om mij heen. Het persoonlijke contact is en blijft heel belangrijk in mijn werk.” Zo is er ook dagelijks contact tussen Stefanie en haar broer Mattijs, met wie zij het bedrijf runt. “Alles moet bespreekbaar zijn, vinden wij. Gaan dingen goed, dan zeggen wij dat. Gaan er dingen verkeerd of moet het anders, dan melden we dat ook. Zo zitten wij nu eenmaal in elkaar, recht door zee.”

Niet lullen, maar poetsen

Dat recht door zee is Stefanie ook richting de medewerkers. In de stations creëert Stefanie sterke teams, teams passend bij de klanten die in de stations komen. “Neem de vestiging in Valkenburg, een echt dorpsstation waar mensen ook komen voor een kop koffie en een praatje. Daar zet ik niet iemand uit de stad neer, dat moet iemand zijn die de lokale binding heeft en sociaal sterk is.” De verdeling tussen mannen en vrouwen op het station speelt ook een belangrijke rol. Minimaal één man op het station is noodzakelijk. “Waarom? Nou, vrouwen kunnen nogal veel kwekken. Een man heeft dan vaak zoiets, kom op, we gaan verder. Pak aan. We doen het zus of we doen het zo. Daar houd ik eigenlijk wel van: niet lullen maar poetsen.” Bovendien heeft Jongeneel Tankstations op drie stations een tankservice, waarbij men mensen helpt bij het tanken, olie bijvullen en auto’s voorwassen. “Dat is echt een mannending.” De servicelat, zoals de tankservice, is iets dat de focus heeft van Stefanie. “Daarin willen we ons onderscheiden, net even dat stapje extra. En we proberen veel; sushi, vers schepijs, nieuwe broodjes, wassen. En nee, niet alles lukt. Maar dat geeft ook niet. We zitten niet stil en houden onze ogen en oren open voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen. Beleving, we denken dat het een succes kan worden.” Het is precies hoe Stefanie in elkaar zit. “We doen veel op het gevoel: voelt het goed, dan doen we het. En voelt het niet goed, dan niet. Zo simpel is het.”

“Een man of een vrouw, het wordt tegenwoordig allemaal prima geaccepteerd”

Gerda Kaarsemaker

Eigenaar, Tankstation Koper

“Ik ben een bekend gezicht in Medemblik”

Gerda Kaarsemaker is de eigenaar van tankstation Koper in Medemblik. Een Peutstation. “Wie zorgen voor de binding van klanten? Precies, dat zijn wij en niet de oliemaatschappij, zoals zij zelf het liefst zeggen.”

De toon is gezet. Gerda kleurde haar station nu ruim drie jaar geleden om van Total naar Peut. “Het contract liep af, en wij vonden het tijd voor iets nieuws. We voerden het station al onder eigen naam en de service, klantgerichtheid en loyaliteit kwam vooral op ons conto en niet op dat van de oliemaatschappij. Daarom sprak De Vrije Pomp en hun merk Peut mij ook zo aan: geen druk van een merk of grote oliemaatschappij en een grotere vrijheid van handelen. Bovendien biedt Peut naast concurrerende prijzen een aansprekend spaarprogramma: gooi je tank vol en spek je club.” Via de BETA werd contact gezocht met De Vrije Pomp. Gerda: “De klik was er meteen. We bleken tegen dezelfde dingen aan te lopen en voelden ons gelijk goed bij waar Peut voor staat.”

Focus op voorterrein

Maar het is niet de enige keuze die Gerda de afgelopen jaren heeft gemaakt. “Twee jaar geleden heb ik de shop verhuurd aan Ronald Kristel, een zelfstandig ondernemer. Ik was dag en nacht met de zaak bezig, 25 jaar lang. Ik wil meer rust.” De focus van Gerda ligt nu vooral op het voorterrein. “Maar dat betekent niet dat ik mijn handen er helemaal vanaf heb getrokken hoor. Ik overleg veel met Ronald, dat werkt eigenlijk heel prettig.” Gerda is daarnaast vooral druk met de inkoop van de brandstoffen, de tankpassen, de debiteurenadministratie en het netwerken. “Ja, ik ben best wel een bekend gezicht in Medemblik. Heel belangrijk, dan word je ook iets gegund.” Overigens is de rust ook maar relatief bij Gerda. “We zijn ons huis aan het verbouwen, we willen een bed & breakfast realiseren. Dat past goed bij mij, het in de watten leggen van gasten heb ik namelijk ook jaren gedaan in het tankstation.” Of dat ook typisch iets vrouwelijks is? “Nou, dat denk ik niet. Een man of een vrouw, het wordt tegenwoordig in onze sector allemaal prima geaccepteerd. En iedereen heeft zo zijn eigen kwaliteiten.”

“Je kunt niet afwachten en niets doen; dan vis je straks achter het net, je moet vooruit en je moet investeren in snelladers en goede horeca”

Laura Boekestijn

Eigenaar, Esso de Witte

“Wat nodig is moet gebeuren”

Wat als de maatschappij zo’n hoge korting eist dat verkoopprijs van de brandstoffen onder de eigenlijke inkoopprijs daalt? “De enige mogelijkheid die ik zag was het voorterrein verhuren aan een partij die wel mee kan met die lage prijzen.”

Aan het woord is Laura Boekestijn van Esso de Witte in Venlo. Zij is sinds 1998 eigenaar van het station in de grensstreek. “Ik heb altijd Texaco op de luifel gehad, tot ik het voorterrein van de hand heb gedaan aan Vissers Olie. Toen werden we Esso.” De stap om het voorterrein te verhuren aan Vissers was een lastige. “Maar wel een noodzakelijke stap. En zo ben ik ook: wat nodig is moet gebeuren. Anders hadden we het niet gered.” Laura is vanwege die stap nu vooral actief in de shop. “En ik heb ook nog een eetgelegenheid op het industriegebied, Meet2eat. Voor een ontbijt, lunch of warme maaltijd zijn gasten hier aan het juiste adres. Ook in Venlo-Blerick, vlakbij aan de afslag van de A73 en A67.” De focus in de dagelijkse werkzaamheden van Laura ligt dus op food. “Dat ligt ons vrouwen wel”, lacht zij. “Ik vind dat erg leuk. Bezig zijn met gasten, en met steeds weer iets nieuws.” Een aantal jaren geleden is bijvoorbeeld de shop volledig verbouwd met een bakery van 16 meter in een shop van net 70 vierkante meter. “De bakery is ons speerpunt, tijdens verbouwing heb ik ook meteen gezegd: die tussenmuur moet eruit. Terwijl mijn man Luc daarin nog wat gereserveerder was. Maar ik zei; ik doe het gewoon. Dat zie ik ook: vrouwen pakken graag door, zeker ik.”

De wereld verandert

Het typeert Laura: ze is een bezige bij en weet heel goed wat ze wil en er zijn maar weinigen die haar van die lijn kunnen afbrengen. “De wereld verandert, straks moeten we al het tabak afdekken. En dan? Ik wil de sigaretten en shag vanuit lades onder de kassa’s in de bakery gaan verkopen. Dan ontstaat er weer ruimte, zeker als klanten ook daar de brandstoffen gaan afrekenen. Dan wordt de kassabox overbodig, en op die ruimte wil ik zitplaatsen creëren. Zeker met de komst van elektrisch rijden en laadpunten, is dit een
mooie aanvulling voor ons station.” Over die laadpunten gaat Laura in gesprek met Vissers. “Je kunt niet afwachten en niets doen. Dan vis je straks achter het net, je moet vooruit en je moet investeren in deze ontwikkeling. Met snelladers en met goede horeca.” De veranderende mobiliteit en de veranderende regelgeving rond tabak zijn slechts enkele van de uitdagingen die Laura niet uit de weg gaat. Dat geldt ook voor het vinden en opleiden van nieuwe medewerkers. “Dat valt niet mee hoor, vind maar eens goede mensen die ook kunnen en willen doorgroeien in het bedrijf. Daar maak ik mij weleens zorgen om. Maar goed, dan zet ik maar een stap extra en maak ik wat extra uren.”